PKK-leden vernietigen wapens in Noord-Irak na oproep tot ontwapening

De groep kwam bijeen in een grot binnen de grenzen van het subdistrict Surdas in Sulaymaniyah. Daar kwamen ze met hun wapens naar buiten en begaven zich naar een vooraf voorbereide locatie voor het ontwapeningsproces.

In totaal bestond de groep uit 30 PKK-leden, waaronder 15 vrouwen. Ze vernietigden hun wapens door deze in een grote brandende ketel te gooien.

Tijdens de ceremonie werd er een verklaring voorgelezen in zowel het Turks als het Koerdisch door een hooggeplaatst lid van de terreurgroep.

Aanwezig bij het proces waren vertegenwoordigers van de Turkse Nationale Inlichtingendienst, Iraakse functionarissen, veiligheidstroepen en vertegenwoordigers van de Koerdische Regionale Regering van Irak. Ook leden van de Turkse Democratische Volkspartij (HDP), diverse NGO’s en media waren aanwezig.

In mei kondigde de terreurorganisatie PKK aan zichzelf te zullen opheffen en de wapens definitief neer te leggen. Deze stap volgde op een verklaring van februari, waarin de gevangen PKK-leider Abdullah Öcalan opriep tot ontbinding van de organisatie en haar gewapende strijd – een strijd die al meer dan veertig jaar duurt – te beëindigen.

De PKK, die door Turkije, de VS en de EU als een terroristische organisatie wordt aangemerkt, heeft in haar 40-jarige terreurcampagne tegen Turkije meer dan 40.000 mensenlevens geëist, waaronder vrouwen, kinderen, baby’s en ouderen.

PKK-leden gebruikten jarenlang het grensgebied in Noord-Irak als uitvalsbasis om aanvallen op Turkije te plannen en uit te voeren.